Een verkorte versie van dit interview door Jeroen Dijsselbloem met Anne en Joke is op 9 maart 2022 gepubliceerd in de Stad Wageningen
De storm is gaan liggen. Als ik door Wageningen rij, zie ik nog overal afgewaaide takken liggen. En het regent nog steeds, deze zondagochtend op weg naar Joke. Joke is Joke van de Klift, bij deze raadsverkiezingen de lijstduwer van de PvdA in Wageningen. Ik ken haar al sinds ik in 1985 voor het eerst naar een ledenvergadering ging. Daar zat een vrouw met een bos rood haar, een kloeke stem en een aanwezigheid. Zij was de moeder van de lokale PvdA, jarenlang raadslid, ambtenaar van de burgerlijke stand, echt een bekende Wageninger. Zij was met Jan Lueks een beetje mijn mentor toen ik de eerste stappen in de politiek zette. Haar huis aan de Haverlanden waar ik me klokslag 11 uur meld, is een vertrouwd adres waar ik steeds weer naar terugkeer.
Kort na mij arriveert Anne Janssen, wethouder en nu lijsttrekker voor de PvdA in onze stad. Zoals ik een broekie was die het vak kon afkijken van Joke, zo begon Anne ooit als stagiaire bij mij, toen ik net Kamerlid was. Later werkte ze jarenlang voor Diederik Samsom op het gebied van klimaat en energie, ging zelf de politiek in in Amsterdam en keerde uiteindelijk terug naar Wageningen.
Vandaag ga ik hen beiden interviewen. De lijsttrekker en de lijstduwer. Twee vrouwen die met dezelfde gedrevenheid staan voor een sociale stad, waarin we het samen doen en altijd naar elkaar omkijken. Maar die ook allebei een eigen verhaal hebben.
Hoe en wanneer hebben jullie elkaar voor het eerst ontmoet?
Anne: Dat was op de algemene ledenvergadering van de PvdA hier in Wageningen. Toen ik kandidaat-wethouder was. We moesten wel even aan elkaar wennen.
Joke: Ik dacht, wie is Anne? Ik hoorde al snel dat Anne wel eens een hele goeie kon zijn. En dat is gebleken. Maar dat wist ik toen nog niet. Ik dacht wel meteen, leuk mens.
Anne: Aan de bar na afloop was het meteen goed.
Joke: Ik heb al heel snel tegen Anne gezegd “jij zit op de goede plaats”.
Anne, wat dacht jij toe je Joke voor het eerst ontmoette?
Anne: Ik dacht meteen: Partij van de Arbeid. Ik kom zelf ook uit een rood nest. Mijn moeder is ook sociaal-democraat. Het voelde meteen als familie.
Joke: Ik kom niet uit een rood nest. Ik ben in Ede geboren. Mijn vader heeft in zijn jeugd op 1 mei met rode vlaggen gelopen. Totdat mijn grootmoeder te horen kreeg van de kerk, dat als dat zo bleef, zij uit de kerk zou worden verbannen. Toen heeft mijn vader zich aangepast voor zijn moeder. Later stemde hij CDA. Hij steunde mijn keuze voor de PvdA ook niet.
Hoe ben je dan bij de PvdA terechtgekomen?
Joke: Via de vakbond. Ik was lid en actief bij de bond, toen nog NVV. Later werd dat FNV. Daar leerde ik Rinus Tazelaar kennen, die later wethouder zou worden. Maar het was Jan Stempher die vroeg “De PvdA, is dat niks voor jou?”. Ik zei “dat kan ik niet” maar ik ben wel lid geworden.
En waarom ben je lid geworden?
De reden was dat ik het één grote familie vond. Al die verschillende mensen, bijeen in het Volkshuis, met elkaar praten over wat er speelde. En in goede sfeer. Het maakte niet of je gestudeerd had of niet. Er kwam een student binnen, er schoof een huisschilder aan, iemand van de universiteit. Iedereen was welkom. Doe met ons mee! En als ze te moeilijk praatten, dan zei ik “zeg het eens op z’n Hollands!”
Anne: Nog steeds, onze lijst is een mengeling van mensen met allerlei achtergronden. Petra van Amersfoort, onlangs genomineerd als Beste Raadslid van Nederland, is een echte Woageninger, maar we hebben ook Melissa van der Lingen, student aan de WUR en vele anderen die in Wageningen hun thuis hebben.
Joke: Ik heb een aantal jaar geleden tegen haar gezegd: “Petra, je moet de politiek in”. Maar zij zei “Dat kan ik niet”. Op z’n plat Woagenings. Ik hoorde mezelf praten! Je kan het wel, je hebt er de juiste instelling voor. En ze is helemaal uit de verf gekomen, ze is een geweldig raadslid. Bekend en benaderbaar voor de Wageningers.
Anne, hoe ben jij eigenlijk bij de PvdA terechtgekomen? Jij lijkt me niet een type die doet wat haar moeder wil.
Anne: Nou, waar je opgroeit, wat je mee krijgt, doet er echt wel toe. Dat denk ik wel. Bij ons thuis was het wel ‘eerlijk delen’. Iedereen is gelijk, je hoeft niet op te kijken maar zeker ook niet neer te kijken. Later heb ik me natuurlijk afgevraagd “welke partij past nou het meest bij me” en toen ben ik in 2003 bij de PvdA in de Tweede Kamer stage gaan lopen. En voor jou gaan werken. In 2014 werd ik raadslid in Amsterdam-West. Daar heb ik, toen ik rozen liep uit te delen op straat, mijn man leren kennen. Hij was daar de vrijwilligerscoördinator.
Mijn drijfveer is de eerlijke samenleving. Ik kan er elke keer weer boos over worden over de ongelijkheid in Nederland en de wereld. Veel mensen vinden dat vanzelfsprekend. Maar dat is het niet. Het is en blijft een strijd.
Jij was een van de eerste mensen die tegen mij zei “doe eens wat meer aan het klimaat!”
Anne: Precies, ik heb milieuhygiëne gestudeerd. Maar ook klimaat heeft te maken met een eerlijke samenleving, dat onze kinderen hier straks ook nog kunnen wonen. Ook dat gaat over eerlijkheid. En dan voer ik ook nog een hele emancipatiestrijd. Dat is trouwens mooi aan Wageningen, veel vrouwelijke boegbeelden. Joke was jarenlang zo’n boegbeeld. En nu zijn er veel vrouwelijke lijsttrekkers. Dat is wel bijzonder, terwijl het zo gewoon is.
Joke: Maar niet omdat je vrouw bent. Maar omdat je gewoon de beste bent. Ik wilde nooit een hogere plek op de kandidatenlijst omdat ik vrouw was.
Anne: Ja maar er zijn heel veel vrouwen die zeggen “Oh nee, dat kan ik niet”. Zoals jijzelf in het begin ook. Die moeten we wel overhalen. Van de eerste vier kandidaten zijn nu drie vrouwen. Omdat ze de beste zijn.
Joke: Dat betekent ook herkenbaarheid en inzet. Ik weet nog dat ik de trouwzaal van het stadhuis binnenkwam om een huwelijk te sluiten en dat iemand riep “hé, da’s die rooie van de Partij van de Arbeid!”. Nou, ik kreeg zo’n boei, weet je wel. Maar ik ben niet zo’n feminist. Ik vind dat vrouwen de kans moeten krijgen zich waar te maken, te doen waaraan we denken goed te doen.
Anne: als jij zegt “gelijke kansen voor vrouwen”, dan ben je een feminist.
Joke: Is dat zo? (Lacht) Dat kan dan best zijn, lieverd. Wat doen die verschillen ertoe? Man, vrouw, leeftijd, opleiding. We moeten gezamenlijk met beiden benen op de grond staan, en goed luisteren naar elkaar, ons oor te luister leggen.
Een actueel thema is natuurlijk seksueel grensoverschrijdend gedrag. Hoe kijk je daarnaar? Anne, jij hebt drie zonen. Hoe praat je er met hen over?
Anne: Ik ben al jaren bezig met het onderwerp. Het is een uiting van een groter probleem. Ik maakte altijd al een opmerking als er iets vrouwonvriendelijks werd gezegd of gedaan. Dat werd me niet altijd in dank afgenomen. Na me-too was er vooruitgang. Het debat gaat de goede kant op. Educate your sons! Toen ik mijn derde zoon kreeg, zei ik tegen iemand, “Ik ga drie feministen op de wereld zetten”. Ik kreeg de reactie “Ga je zo lang door?” Nee, ze zijn er al.
Joke, ik heb veel van jou geleerd en een van die dingen was: sluit je zelf niet op in het stadhuis. Want voordat je het weet verdrink je in de stukken en de vergaderingen. Je moet er zijn voor de mensen. Erop af.
Joke: Ja, ik ging er altijd op uit, vaak met Henk Blankestijn, toen onze wethouder. Of met Peppe van den Anker, onze fractievoorzitter. Gingen we een parkeerplaats weghalen vanwege de veiligheid van fietsers. Ik was altijd op pad, behalve op zondag, die was voor het gezin. Van voetbalveld tot kroeg. Ik ben nog bestuurslid geweest van ONA voor de jubileumcommissie, mijn dochter zit nu in het bestuur WAVV.
Jullie zijn allebei niet geboren in Wageningen maar zijn er allebei inmiddels sterk mee vergroeid. Hoe zijn jullie hier terecht gekomen?
Anne: Ik groeide op in Gendt bij Nijmegen en ging in Wageningen studeren. Het bijzondere was, mijn moeder kreeg in die tijd een nieuwe baan en mijn ouders verhuisden óók naar Wageningen. Ik dacht “wat doen jullie nou? Ik vind alles best maar ik wil wel op kamers!” Maar het was wel erg gezellig hoor.
En na een aantal jaren omzwervingen, teruggekomen naar Wageningen?
Anne: Ja, ik heb in Den Haag gewoond, tussendoor nog in Afrika en toen in Amsterdam. In Kenia en Tanzania heb ik gewerkt voor een kinderrechten-organisatie. Bijdragen aan de bestaanszekerheid, zodat kinderen naar school kunnen en ouders een inkomen. Ik heb met Masai gewerkt en later in vluchtelingenkampen. Wel heftig hoor, de rechteloosheid. Mensen daar vertrouwen alleen hun directe familie. Als er iets gebeurd, is er geen bescherming. Dan ga je het belang van de rechtstaat begrijpen. Ik heb er heel veel geleerd. Ik wilde graag terug naar Wageningen. We hadden inmiddels twee kinderen. Wageningen is een fijne, sociale stad, in een mooie omgeving. Mijn man is nu ook helemaal Wageningen-fan. Het voelde echt als thuiskomen.
Joke: je hoeft hier niet geboren te zijn, om te zeggen “ik voel me Wageninger”. Dat is het mooie aan Wageningen. Ik ben hier ook niet geboren. Maar ik heb hier een heel sociaal leven opgebouwd. Begon met de oudercommissie van de kleuterschool van mijn dochter. Daarna de oudercommissies van de school, de vakbond, de politiek. Ik heb zoveel mensen leren kennen. Ik ben Wageninger en dat zeg ik vol trots.
Wat is het mooiste plekje van Wageningen?
Anne: Ik vind de binnenstad heel fijn, de kroegen, de markt. Maar ook de sportverenigingen waar mijn kinderen nu op zitten. En de uiterwaarden, eten mee naar de Rijn. Maar ook speeltuin Tuindorp. De kinderen vinden de ouderwetse snoepzakjes zo leuk.
Joke: Het Arboretum, met de bankjes met uitzicht op de Rijn. Prachtig! Het wordt nu onderhouden door vrijwilligers. Heerlijk. En het binnenveld, daar fietsen wij altijd.
Anne, toen je net wethouder was spraken wij ook over de lelijke plekken in Wageningen. Hoe staat het daar nu mee?
Anne: Die lelijke plekken pakken we eindelijk aan. Het oude Kirpestein terrein aan de Stadsbrink heeft heel lang braak gelegen. Daar staat nu een mooi gebouw. Ik vind dat we op de volgende locaties dichtbij het centrum, meer moeten bouwen voor ouderen. Dus daar werk ik aan op de Costerweg en Duivendaal. We zijn heel ver met het oude ziekenhuisterrein op de berg. Er komt een nieuwe wijk op de Dreijen. We zetten in op 30% sociale woningbouw. Betaalbare koop en huur. Dat is ook gelukt op Kortenoord en Torckdael. We laten het niet over aan de markt, ik ben als wethouder veel meer gaan sturen. Zo nodig moeten we als gemeente de grond kopen.
Joke, jij bent altijd heel actief geweest op sociaal terrein. Nog steeds?
Joke: Ja, ik zit in de cliëntenraad van de gemeente Wageningen. Een raad van cliënten van de WMO, op sociaal en maatschappelijk terrein. De armoede is groot. Zoveel mensen komen naar de voedselbanken. Er was een voorstel om te korten op de vergoeding voor chronisch zieke mensen. Daar heeft de cliëntenraad zich meteen tegen verzet. Toen ben ik gaan praten met Petra van Amersfoort. Zij begreep direct dat dit niet klopte en zij heeft vanuit de PvdA de hele gemeenteraad gealarmeerd. En het plan is van tafel gegaan.
Anne: De PvdA heeft betaalbare zwemlessen voor kinderen die in armoede opgroeien geregeld. Een initiatief van de stichting Olrik. In aanvulling op het “Ik doe mee fonds”. De nood is soms zo hoog dat al het geld opgaat aan basale dingen als kleding en de gasrekening. En dan blijft er helemaal geen geld over voor sporten. Wij willen dat die kinderen gewoon gratis lid kunnen zijn van een sportclub.
We hebben geld om mensen te helpen met ‘energiearmoede’ maar de energierekening stijgt nu zo sterk dat er echt wat vanuit het Rijk moet gebeuren. Mensen komen nú in de problemen. Ze redden het niet. De PvdA heeft daar in de gemeenteraad voor geknokt.
Joke, welk advies heb jij nog voor Anne, met al jouw ervaring?
Joke: Je hebt in de afgelopen periode harstikke goed werk gedaan. Je hebt je waargemaakt, in mijn ogen. Blijf jezelf. Blijf met twee benen in de Wageningse samenleving staan. Hou je oren en ogen open en handel ernaar. Handel naar je geweten. Met respect. En dat meen ik, uit mijn tenen!